|
Gebruik van de lokaliteiten:
Het is nogal schipperen met de ruimte. Het gymnastieklokaal wordt, naast het doel waarvoor het gedacht is, ook gebruikt als speellokaal voor groep 1 en 2. Er is een computerruimte voor de groepen 5 t/m 8 en bovendien staan er in het lokaal voor groep 7 en 8 ook computers. Al deze computers zijn door een netwerk met elkaar verbonden. Daarnaast staat er in elke klas ook nog een computer. Er is een ruimte voor het kopieerapparaat en een risograaf. Deze ruimte wordt ook benut tijdens het niveaulezen. Er zijn één grote en twee kleine hallen, welke ook voor het niveaulezen worden gebruikt. Bovendien staan er computers opgesteld. In de kleine hal staat een zand-watertafel. In de grote hal is een documentatiecentrum en er worden handvaardigheidlessen gegeven. In de personeelskamer bevindt zich een orthotheek en deze ruimte wordt benut als werkkamer voor de locatiedirecteur, de remedial teacher en de interne begeleider. Externe begeleiders, zoals de logopedist, kunnen de ruimte benutten om er zich terug te trekken met een of meerdere leerlingen. Ook worden er teamvergaderingen in gehouden.
Ouders en school
Ouders worden in school vertegenwoordigd door de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad Ouders worden gevraagd een vrijwillige bijdrage van f. 110,- te storten. de opbrengsten worden o.a. gebruikt voor schoolreisjes, Sinterklaas- en Kerstfeest, spelletjesdag, entree voor evenementen, reis naar Vlieland van groep 8 en het deelnemen aan toernooien. Ouders helpen bij het trainen voor toernooien, activiteiten tijdens het volksfeest, schoolreisjes, kerstmusical, laatste schooldag, bij voorstellingen of excursies en assisteren bij handvaardigheidlessen of lezen. Verder wordt de tuin om school ook door de ouders onderhouden.
Foto’s:Michiel Naaldenberg
|
|
|
De school, die er momenteel staat werd in 1933 in gebruik genomen . Alle openbare scholen in de gemeente Winterswijk werden destijds met een nummer aangeduid en school Kotten stond te boek als school J. Bij de school staat een woning, het “meistershoes” en was aanvankelijk bedoeld als woning van de toenmalige hoofden der school. We geven een korte opsomming van de mensen, die vanaf die tijd de leiding hebben gegeven op de school. In de loop der tijd werd de naam van de functie van leidinggevende aangepast. Vroeger sprak men wel van de bovenmeester, daarna van hoofd der school. Met de invoering van de basisschool werd het directeur en nu, met de bovenschoolse directie, spreekt men wel van locatiedirecteur. In 1911 was de heer G.J. Meinen reeds benoemd aan school Kotten, een gebouw dat stond op de plaats waar nu de tuin van kapper Wiggers is. In 1933 kon de heer Meinen de nieuwe school in gebruik nemen. Helaas heeft hij er niet lang meer kunnen werken, want in 1934 overleed hij op 54-jarige leeftijd. De heer Boxem, reeds verbonden aan de school, volgde hem op. Ook hij heeft maar een paar jaar deze functie mogen bekleden, want reeds in 1936 overleed hij. Toen kwam de heer Gribbroek. Na de oorlogsjaren bleef hij tot 1959 werkzaam als hoofd der school, waarna hij werd opgevolgd door de heer Leussink. Deze bleef aan tot het 50-jarig jubileum van de school in 1983. Hij bleef op het “meistershoes” wonen en de heer Slatius volgde hem op. In zijn periode werd de school verbouwd, omdat door de invoering van de basisschool de kleuters ook onderdak moesten krijgen in het gebouw. Hiervóór hadden de kleuters een apart gebouwtje gehad, ’t Iemenschoer. In 1987 werd de heer Schot directeur tot het schooljaar ’95-’96. De twee jaar hierna fungeerde de heer Smilde als schoolleider. Daarna kende men sinds augustus 1998 op de openbare scholen in Winterswijk de zgn. bovenschoolse directie, weliswaar in een experimentele fase. Men spreekt nu van een locatiedirecteur en dat was de heer H. Meinen. Hij is met ingang van het schooljaar vertrokken.
|
Als een leerling, ondanks extra hulp binnen de school, verdere hulp nodig heeft, dan kan er externe begeleiding vanuit het speciaal onderwijs worden verkregen.
Voor het begeleiden van de overgang van het kind naar het voortgezet onderwijs wordt het advies van de groepsleerkracht en de Cito-toets gehanteerd.
Kinderen van groep 7 en 8 kunnen. 45 min. per week godsdienstonderwijs volgen of Humanistische Vorming.
Een schoolarts en een verpleegkundige onderzoeken rond het 4e, 7e en 11e levensjaar de leerlingen.
Een logopedist onderzoekt de kinderen van groep 2 en een voorlichtster van de jeugdtandverzorging komt 1 maal per jaar in de groepen 1 en 2.
|